Fijn-schrijvers

Tag: verhalen schrijven

Voor hem dus

Voor hem dus

Schrijvend kind

Dit jongetje. Het is het allerlaatste uur voor de (vervroegde) kerstvakantie en de kinderen schrijven hun kerstverhaal. De meeste dan; de concentratie dit laatste uur is niet voor iedereen nog op te brengen. Snap ik. Dit jongetje zit in een groepje met wat drukkere kinderen, die hun verhaal vrij snel op papier hebben en dan de vakantieplannen doornemen met elkaar.

Het laatste kwartier luisteren we naar elkaars verhalen. ‘Als je nog niet klaar bent, is dat geen probleem,’ zeg ik tegen de kinderen die nog aan het schrijven zijn. ‘Schrijf rustig verder.’

Kerstgedachte

Het ene na het andere kerstverhaal wordt voorgelezen. Rendieren zijn zoek, pakjes verloren. De Kerstman krijgt steeds weer hulp om zijn probleem op te lossen – precies zoals ik heb uitgelegd. Er is altijd een probleem, er is altijd een oplossing. Er is altijd een hoofdpersoon én een helper. De kerstgedachte leeft ook echt in de klas: een personage komt tot het besef dat haar familie haar grootste kerstcadeau is, en een ander haalt miljoenen op voor Het Vergeten Kind door cupcakes te verkopen.

En dan valt mijn blik op dit jongetje. Dwars door alle rumoer, dwars door zijn voorlezende klasgenoten, dwars door hun ideeën heen, pent hij verder aan zijn verhaal. Zijn neus raakt het papier bijna, hij is in opperste concentratie.

Voor hem dus

Na mijn allereerste les op een basisschool ooit belde ik een vriendin. ‘Ik had beelden van fanatiek schrijvende kinderen, van die gebogen lijfjes boven een vel papier, het puntje van hun tong naar buiten. Opgaand in hun verhaal. Ik kreeg totale anarchie, kinderen die elkaar letterlijk te lijf gingen, complete chaos en klotsende oksels. Wat een desillusie, waar ben ik aan begonnen.’

En nu luister ik naar de verhalen van de kinderen uit deze klas. En zij luisteren naar elkaar. En ik zie dit jongetje. Fanatiek schrijvend, zijn lijf gebogen, opgaand in zijn verhaal. Het puntje van zijn tong bedenk ik er zelf bij. En ik weet weer waarom ik dit ben gaan doen. Voor hem dus. Er hoeft er maar af en toe zo eentje bij te zitten, om het het allemaal waard te laten zijn. Zelfs die klotsende oksels.

Ook interesse in een schrijfworskhop op school? Bekijk mijn aanbod of neem contact op!

“Je moet gewoon beginnen”

“Je moet gewoon beginnen”

‘Juf! Juf! Gaan we vandaag schrijven?’
Ik stap het schoolplein op, het is nog pauze. Een paar kinderen uit groep 6 stuift mijn kant op.
‘Jazeker!’ antwoord ik. ‘Vandaag gaan we ein-de-lijk schrijven.’
De kinderen waaieren opgewekt verder het schoolplein over, om hun klasgenoten het goede nieuws te brengen. Vandaag gaan we schrijven.


Het is de vierde keer dat ik voor deze klas sta, de vierde vrijdagmiddag om precies te zijn. Dat het lastig is de concentratie vast te houden op een vrijdagmiddag, heb ik al drie keer ondervonden. Mijn smartwatch is elke keer met goedbedoelde adviezen gekomen om ademhalingsoefeningen te doen, omdat er een te hoog stressniveau werd gemeten. Maar ergens tussen mijn gemopper door heb ik ze enthousiast gekregen – zo enthousiast, dat ze echt zin hebben vandaag hun eigen sinterklaasverhaal te gaan schrijven.


Schrijven draait om fantasie

De eerste les werkten we aan het prikkelen en aanboren van de eigen fantasie. ‘Sta op als je denkt dat schrijven vooral met taal en spelling te maken heeft’, zei ik en bijna de hele klas stond op. ‘Goed nieuws: nee dus!’ zei ik. ‘Schrijven heeft vooral te maken met fantasie. En het goede nieuws is: iedereen heeft fantasie.’
‘Waarom bestaat dan het woord fantasieloos?’ wilde een meisje weten.
Daar stond ik met mijn goede verhaal. ‘Nou,’ bedacht ik ter plekke, ‘iedereen hééft het, maar niet iedereen gebruikt het.’ Die verklaring werd direct geaccepteerd. Gelukkig. En terecht, trouwens, want het is gewoon waar. Ben ik van overtuigd. Net als die andere stelling: schrijven gaat vooral om fantasie. Die fantasie onder woorden brengen is een tweede stap, en dat foutloos doen komt ergens achteraan. Dat kun je tenslotte ook door iemand anders laten doen. Jouw verhaal verzinnen, dat kan alleen jij zelf.


Na de les over fantasie werkten we een les aan personages. Vooral aan de hoofdpersoon. En de derde les ging over de ingrediënten en opbouw van een verhaal. Toen lagen alle bouwstenen klaar en moest er alleen nog maar geschreven worden!

Gewoon beginnen


Dus daar zitten ze, 25 leerlingen met elk hun eigen idee voor een sinterklaasverhaal. De een begint direct te schrijven, de ander staart naar het lege vel. Lang. Heel lang.
‘Juf. Ik weet niets.’
‘Maar je hebt vorige week toch alles al bedacht? Dan kun je toch beginnen?’
‘Ik weet niet hoe.’
Ik begin hem uit te leggen dat hij het beste gewoon maar ergens kan beginnen. Dat hij altijd daarna nog een betere beginzin kan bedenken, of een andere eerste alinea. Maar ik word onderbroken door de jongen naast hem.
‘Gewoon beginnen,’ zegt die. ‘Als je eenmaal bezig bent, gaat het vanzelf.’ Met rode wangen buigt hij zich over zijn verhaal en pent verder.


Ik denk niet dat ik het beter had kunnen zeggen.

Benieuwd naar mijn lessen? Hier vind je meer informatie over mijn schrijflessen op basisscholen.

“Ik houd dus niet zo van boeken, maar dit boek zou ik echt willen lezen.”

“Ik houd dus niet zo van boeken, maar dit boek zou ik echt willen lezen.”

‘Wil er iemand nog iets zeggen tegen juf Marjolein?’ vraagt de docent. Ik heb net een verhaal voorgelezen aan ruim 30 kinderen uit groep 7. Niet zomaar een verhaal: hún verhaal. Ik schreef het op basis van hun ideeën en fantasie. Drie weken geleden hebben we een brainstorm gehad over de hoofdpersonen, het probleem en de oplossing. Thuis heb ik de uitkomst van die brainstorm verwerkt in een verhaal, dat uiteindelijk een boek wordt.

Ik zou vandaag een paar hoofdstukken voorlezen. Even kijken of dat wat ik ervan heb gemaakt, aanspreekt. En of het genoeg inspiratie geeft voor de illustraties, die de kinderen er zelf bij gaan maken. Een paar hoofdstukken werd uiteindelijk het hele verhaal – halverwege stoppen was geen optie. Ze moesten weten hoe het afliep!

Gucci en Black Bananas

Laaiend enthousiast waren ze, nadat ik de laatste zin had uitgesproken. Omdat het verhaal spannend was, en toch ook grappig. En vooral: omdat ze al die ideeën uit de brainstorm erin herkenden. Eerlijk is eerlijk, heel makkelijk hadden ze het me niet gemaakt, met karakters die Gucci dragen en zelfs een roze Black Bananas pak. Ik wist die gekke kenmerken toch ergens in het verhaal te laten opduiken. Dikke pret. Moeilijke voornamen (ook daarover dachten ze mee: hoe heten de hoofdpersonen?): ik maakte er fictieve plaatsnamen van.

Kippenvel

En zo is de tijd voorbij gevlogen en moeten we afronden, want hun ouders staan op ze te wachten. ‘Wil er iemand nog iets zeggen tegen juf Marjolein?’ vraagt de docent. Minimaal tien vingers vliegen de lucht in.

‘Ik vond het leuk!’ ‘Ik vond het spannend!’ ‘Ik vind het knap van je, dat je zo kunt schrijven,’ zeggen verschillende kinderen. En dan krijgt Mirte* de beurt. ‘Ik houd dus niet zo van boeken, maar dit boek zou ik echt willen lezen,’ zegt ze. En ik voel het kippenvel over mijn armen kruipen. Want daarom doe ik dit. Ja, ook omdat ik zo ongelooflijk waanzinnig blij word van het schrijven van die verhalen. Omdat ik er energie van krijg, iets wat ik lang niet meer heb gevoeld, niet in die mate. Omdat het óók voor mij pure magie is, dat je met pagina’s vol aantekeningen – de ideeën van de kinderen – thuis komt, en dat daar dan een samenhangend verhaal uit ontstaat, met een kop en een staart, spannend, grappig, een beetje verdrietig soms.

Leesplezier begint hier

Ik doe het om al die redenen, maar óók om kinderen te laten ervaren: verhalen zijn tof! En lezen is wél leuk! Want je kunt je laten pakken door een verhaal, erin opgaan, de wereld om je heen vergeten en helemaal mee gaan in de fantasie van een schrijver. Of, waarom niet, zélf verhalen schrijven! De verhalen in je hoofd opschrijven, je fantasie aanwakkeren en die grenzen opzoeken. Kortom: ik wil het leesplezier weer terugbrengen bij basisschoolleerlingen. Ambitieus ja, ik weet het. Maar zo’n reactie als van Mirte, die voel ik dan binnenkomen. Ja! Ja! Precies dat! wil ik dan roepen. Ik kreeg de kans niet, want Mirtes klasgenootje zei dat ze er nog nooit zo over had nagedacht, maar dat ze nu had besloten dat ze ook schrijfster wilde worden.

Toen stonden niet alleen mijn armen, maar ook mijn benen onder het kippenvel. Want ja. Ja! Precies dat.

* om privacyredenen is deze naam zelf bedacht

Meer weten over mijn schrijven-met-kinderen projecten? Kijk dan op de pagina Fijn-schrijvers voor scholen, of neem contact met me op!